Onze 5 favoriete stijlfiguren.

23 september 2022
Crowdmedia

Dat we bij Crowdmedia graag een flinke klodder ✨glitter✨ over onze teksten heen gooien, hoeven we jou al lang niet meer te vertellen. Of we nou te maken hebben met een portie extra pittige of ongezouten copy, elke tekst moet een feestje zijn om te lezen. Om dat te bereiken, gebruiken we onder andere stijlfiguren. Benieuwd naar onze top 5? In deze blog zetten we ze voor je op een rij.

5. Metafoor.
Wil je van je lezer in één klap een beelddenker maken? Gebruik een metafoor! Dit is een vorm van beeldspraak op basis van vergelijking. Je maakt ‘m door (een deel van) je boodschap niet letterlijk, maar figuurlijk te formuleren. Daarbij is de overeenkomst tussen wat je letterlijk bedoelt en welk(e) woord(en) je daarvoor gebruikt essentieel. Hoe groter en duidelijker die overeenkomst, hoe sterker je boodschap. Goeie graadmeter: als je de metafoor aan iemand moet uitleggen, was ’t geen schot in de roos. See what we did there? 😏

4. Hyperbool.
Overdrijven is een vak. En wij zijn er jaren geleden met vlag en wimpel voor geslaagd. Niet zo gek dus, dat je bij ons mensen weleens “Ik wacht al eeuwen op je mailtje” hoort zeggen. Of “Gaan we zo lunchen? Ik verga van de honger.” Ook in onze copy gooien we graag een hyperbooltje. En dat is niet zonder reden. Want door te overdrijven, trek je ergens extra aandacht naartoe. Vaak heeft dat een komisch of ironisch effect. En laten we dáár nou ook niet vies van zijn.

3. Drieslag.
De drieslag, of tricolon volgens de oude Grieken, is een tekstueel triootje waar de meeste marketeers, politici en andere beroepsovertuigers geen genoeg van kunnen krijgen. Het is eigenlijk niets meer dan een opsomming van drie woorden, zinsdelen of hele zinnen. En hoe simpel dat ook klinkt, de impact ervan is enorm. Dat komt door de psychologische kracht van het getal drie, waar we óók weer een hele blog aan kunnen wijden. (Doen we gauw, pinky promise!) De bekendste drieslag uit de geschiedenis is misschien wel ‘Veni, vidi, vici’ van Julius Caesar. Hoewel ‘Ik ben niet links, ik ben niet rechts, ik ben rechtdoorzee’ van Rita Verdonk ook aardig in de buurt komt. Of wat dacht je van de iconische woorden ‘Bloed, zweet en tranen’ van ome Dré?

2. Alliteratie.
Spannend, subtiel, maar tóch sterk. Dat is de alliteratie. Een vorm van beginrijm, waarbij je steeds alleen de eerste letter of klank herhaalt in een samenstelling of woordgroep. In onze eigen content zie je ze vaak terug. Denk aan de tiktips, cases over knallende contentcampagnes en het maandagmiddagmoment. De alliteratie is trouwens ook goed te combineren met de drieslag. Caesar deed ’t met zijn ‘Veni, vidi, vici’ al in 47 voor Christus. Tijdloos dus.

1. Onomatopee.
Waar metaforen zorgen voor beelden in het hoofd van je lezer, doen onomatopeeën dat met geluid. Het zijn woorden die klanken nabootsen, zoals ‘bam’, ‘paf’ en ‘whoosh’. Ze staan bij ons met stip op 1, omdat ze je tekst superlevendig maken. Als je graag stripboeken leest, weet je meteen waar we het over hebben. Maar wist je dat werkwoorden als kraken, zoemen en toeteren ook onomatopeeën zijn? Als de eerste drie voorbeelden too much voor je zijn, kun je met zo’n werkwoord toch hetzelfde effect op je lezer bereiken. Maar dan nét een tikkie subtieler.