Elke schrijver kent het: een writer’s block: soms zit je helemaal vast. Dan lijkt alles wat er uit je brein komt rotzooi. Ziet elk woord er belachelijk uit. Groeit de angst voor het witte papier met de seconde. Ben je een autonoom schrijver, dan loop je het gevaar om daarin te blijven hangen. Zit je in de business van de commerciële communicatie dan heb je met opdrachtgevers te maken. En met ongeduldige projectmanagers. Die allemaal superslimme contentcampagnes verwachten. Dan moet je wel aan de slag.
In dat schuitje zitten wij, commerciële creatieven. Elke dag weer moeten we de inspiratie vinden om goede ideeën te bedenken. Het is een zware taak, maar iemand moet het doen. Gelukkig zijn er manieren om je creatieve juices op te warmen, zodat je de kansen vergroot om een goed idee (of meerdere) tegen te komen.
1. Lees je goed in.
Ideeën zijn als paddenstoelen. Als er eentje verschijnt, volgt er al snel een nieuwe. En daarna nog een. En nog een. Nu verschijnen paddenstoelen niet zomaar: onder de grond bevindt zich een complex stelsel van schimmeldraden, het zogenaamde mycelium. De schimmeldraden groeien, banen zich een weg door de grond en gaan verbindingen met elkaar aan. En als de omstandigheden juist zijn, groeien er paddenstoelen uit. Hoe beter de voedingsbodem, hoe mooier de paddenstoelen.
Het mycelium van de goede ideeën bestaat onder andere uit kennis. Dus lees je goed in, want hoe meer je weet, hoe meer aanknopingspunten jouw hersens hebben om er goede ideeën uit voort te laten komen.
2. Organiseer een brainstorm (maar verwacht geen wonderen).
Een brainstorm is een andere manier om je creatieve mycelium te laten groeien. Nu moet je niet verwachten dat een brainstorm tot hét grote idee leidt. Dat kan een enkele keer voorkomen, maar dat is ongeveer net zo zeldzaam als een *googelt op zeldzame paddenstoel* bisschopsmuts. Dat betekent echter niet dat een brainstorm totale onzin is. Je moet het alleen op waarde schatten en zien als een gereedschap waarmee jij de bodem kan voeden waarop jouw ideeën groeien. Een brainstorm doe je namelijk met andere mensen. En andere mensen hebben andere inzichten dan jij. En stellen vragen waar jij nooit op zou zijn gekomen. Zodat jij, als je straks gaat zitten om je ideeën op papier te krijgen, meerdere invalshoeken hebt om hetzelfde probleem te benaderen.
3. Pak pen en papier en begin.
Zolang een idee in je hoofd zit, blijft het ongrijpbaar. Zelden lukt het om een idee in je hoofd helemaal af te maken. Om een idee rond te krijgen, moet je het op papier zetten. Of op een scherm.
Om jezelf te dwingen ideeën op te schrijven, kun je bijvoorbeeld werken met de crazy 8: verdeel een A4tje in acht vakken, zet een timer op één minuut en bedenk in acht minuten acht ideeën. Dat lijkt gekkenwerk, maar zo bedenk je dingen die je nooit had kunnen bedenken zonder die zelf opgelegde druk. Daarna ga je de beste ideeën verder uitwerken.
Door je ideeën op papier te zetten, worden ze tastbaar en kun je beter beoordelen wat er klopt, wat er niet klopt en wat je nog nodig hebt. Bovendien kom je zo meestal weer op nieuwe ideeën. Of kun je ideeën combineren.
4. Verander je kijk.
Komt er maar geen idee naar boven waar je wat mee kan? Zwengel je empathische vermogen aan en probeer het van een andere kant te bekijken. Wat zijn bijvoorbeeld de minpunten van het merk waarvoor jij een idee moet bedenken? En kun je daar juist het voordeel van inzien? Of: draai de rollen om en bekijk de wereld vanuit het product dat je verkoopt. Of vraag jezelf af waarom iemand juist een hekel aan jouw merk kan hebben. Of bedenk hoe je er tegenaan zal kijken wanneer je niet van deze planeet bent. Door je kijk te veranderen, kom je op heel andere plekken.
5. Laat het rusten.
Als je de hele dag in je hoofd bezig bent, ben je vast wel bekend met deze paradox: hoe harder je je best doet, hoe minder goed het lukt. Je denkt: als ik maar lang genoeg blijf zitten, komt het vanzelf wel. Maar vaak komt het dan niet. Met veel frustratie tot gevolg. En door die frustratie lukt het allemaal nog minder goed.
Gelukkig kun je daar wat aan doen. Loslaten. En iets heel anders gaan doen. Een schilderijtje ophangen bijvoorbeeld. Of een bad nemen. Of een praatje maken met je collega bij de koffiemachine. Of de hond van je buurvrouw uitlaten. Je zult zien: wanneer je creatieve mycelium op orde is en er in jouw bovenkamer van alles heeft zitten borrelen en gisten, valt de sleutel ineens in je schoot, precies op het moment dat je de drol van de hond van je buurvrouw in het zakje doet.